Omschrijving:
De hoofdvaarweg Lemmer – Delfzijl (hierna: HLD) is een belangrijke Nederlandse vaarweg die het grootste deel van de doorgaande vaarweg vormt tussen Rotterdam en Noord-Duitsland. De hoofdvaarweg is een belangrijke schakel in de Noord-Nederlandse economie. Rijkswaterstaat is eigenaar en beheerder van de vaarweg. De Hoofdingenieur Directeur van Rijkswaterstaat Noord-Nederland neemt per 1 mei 2020 een verkeersbesluit, met kenmerk RWS2020/28696, waarmee de ligplaatsen langs de HLD worden aangewezen. Op grond van de Scheepvaartverkeerswet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer (BABS), het BPR en de in het verkeersbesluit opgenomen overwegingen, besluit de Hoofdingenieur Directeur van Rijkswaterstaat Noord-Nederland ten aanzien van de scheepvaart op de HLD de voorgeschreven verkeerstekens te plaatsen op de in het verkeersbesluit opgenomen locaties voor: I. het meren door een schip of een samenstel op wachtplaatsen bij sluizen en bruggen. II. het ligplaats nemen door een schip of een samenstel met een maximale duur van drie keer 24 uur. III. het ligplaats nemen uitsluitend voor duwvaart met een maximale duur van drie keer 24 uur. IV. het ligplaats nemen door een schip of een samenstel ten bate van laad- of losactiviteiten. V. het meren door een schip of een samenstel op autoafzetplaatsen. VI. het ligplaats nemen door een schip of een samenstel op kegelligplaatsen. VII. het meren door kleine schepen op wachtplaatsen. VIII. het ligplaats nemen door een veerpont. IX. het ligplaats nemen door een schip of samenstel van de overheid of schepen of samenstellen die werkzaamheden uitvoeren namens de beheerder. De HLD is een drukke hoofdvaarroute welke beperkte ruimte kent om ligplaats te nemen. Daarom is het nodig het gebruik van deze ruimte te reguleren via een verkeersbesluit waarmee de ligplaatsen worden aangewezen. Uitgangspunt is daarbij het beleid vastgelegd in de Richtlijnen Vaarwegen (2017) en de afspraken uit het bestuurlijk overleg Meerjarenprogramma infrastructuur, Ruimte en Transport van oktober 2018. Het ontwerpverkeersbesluit heeft van 1 februari tot en met 14 maart 2020 ter inzage gelegen. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 3.4 Uniforme openbare voorbereidingsprocedure) hebben een aantal belanghebbenden zienswijzen ingebracht die tot aanpassingen hebben geleidt in het definitieve verkeersbesluit. Wilt u het definitieve verkeersbesluit inzien dan kunt u contact opnemen met de heer S.T. van der Velde of de heer W. Wouters via 088 – 79 74 400. De tekst van het besluit wordt u op verzoek (digitaal) toegezonden. Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht beroep indienen bij de bestuursrechter. U moet hiervoor wel belanghebbende bij het besluit zijn. U kunt geen beroep instellen als u geen zienswijze op het ontwerpbesluit heeft ingebracht en als u dat redelijkerwijs verweten kan worden. Om in beroep te gaan bij de bestuursrechter moet u binnen zes weken na de dag waarop dit besluit ter inzage is gelegd, een beroepschrift indienen. U kunt uw beroepschrift sturen naar de rechtbank in het gebied waar u woont. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of organisatie een beroepschrift indient dan kunt u het beroepschrift sturen naar de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de organisatie is ingeschreven. In het beroepschrift moet in ieder geval het volgende staan: – uw naam en adres; – een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u beroep instelt (bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden) en zo mogelijk een kopie van het besluit; – de reden waarom u beroep instelt; – de datum en uw handtekening. Voor de behandeling van een beroepschrift wordt een bedrag aan griffierecht in rekening gebracht. Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw beroep in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. U doet dit door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of organisatie een voorlopige voorziening aanvraagt kunt u een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de organisatie is ingeschreven. De rechtbank zal daarvoor griffierecht in rekening brengen. U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.
Deel dit artikel met buren en kennissen!
Redactie Nieuwsuitdelfzijl.nl
Wij houden je op de hoogte van alle bekendmakingen vanuit de gemeente.
Laatste blogs
